Geschiedenis
Geschiedenis
De geschiedenis van Vaktherapie Nederland begint eind vorige eeuw. In 1999 heeft Els Borst, toenmalig Minister van VWS, haar beleidsvisie op de ggz gepresenteerd aan de Tweede Kamer. In deze visie beschrijft de Minister onder meer hoe de beroepenstructuur in de ggz vorm moet krijgen. Deze visie is onder meer gebaseerd op onderzoek dat het Trimbos Instituut heeft uitgevoerd in opdracht van het Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding in de GGZ (CONO). Vaktherapeuten zijn in haar visie nog niet genoemd. Het CONO heeft in 2014 haar werkaamheden gestaakt, maar zette zich tot die tijd in voor onderlinge samenhang tussen de beroepen in de ggz. De Tweede Kamer heeft de beleidsvisie van de Minister van VWS op hoofdlijnen onderschreven.
Introductie termen vaktherapie en vaktherapeut
Op verzoek van de Minister heeft het CONO in 2000 advies uitgebracht over de wenselijke beroepenstructuur in de ggz. Het CONO stelt onder andere voor om niet alleen onderscheid te maken tussen basisberoep en specialist, maar om ook verschil aan te brengen in functieniveau. Ook heeft het CONO geadviseerd om de psychomotorisch therapeut en de creatief therapeut in de nieuwe beroepenstructuur onder de naam vaktherapeut in één cluster te plaatsen en van één beroepsprofiel te voorzien. De Minister heeft dit advies in 2001 overgenomen in haar beleidsbrief aan de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft met deze beleidsbrief op hoofdlijnen ingestemd. Met deze beleidsbrief zijn dus formeel de termen vaktherapie en vaktherapeut geïntroduceerd.
Beroepenschema
In 2001 heeft de Minister het CONO advies gevraagd over de invoering van de plannen. Het CONO heeft vervolgens besloten dit advies gefaseerd te geven. Dit heeft onder andere geleid tot het CONO-beroepenschema voor de ggz dat in 2003 is gepubliceerd. Dit schema gaat er nog van uit dat er naast de beschermde opleidingstitel voor GZ-Vaktherapeut ook nog specifieke ggz-profielen komen (ggz algemeen, ouderen, verslavingszorg, kind & jeugd). Later bij de uitwerking bleek dat in het werkveld geen behoefte (meer) was aan deze specifieke profielen.
GZ-Vaktherapeut: aanvraag beschermde opleidingstitel
De eerste aanvraag voor een beschermde opleidingstitel GZ-Vaktherapeut dateert van 2003. Naar aanleiding van de vaststelling van het nieuwe beroepenschema ggz heeft de toenmalige CONO Kamer Vaktherapeut deze aanvraag met steun van het Algemeen Bestuur van het CONO ingediend. Deze aanvraag is in 2004 niet in behandeling genomen in afwachting van de resultaten van de evaluatie van de Wet BIG. Deze evaluatie is uiteindelijk eind 2014 afgerond.
In 2015 hebben we als Vaktherapie Nederland (toen nog Federatie Vaktherapeutische Beroepen geheten) een nieuwe aanvraag neergelegd bij het Ministerie van VWS om de GZ-Vaktherapeut op te nemen in Artikel 34 van de Wet BIG (= beschermde opleidingstitel). Begin 2016 hebben we bericht ontvangen van het Ministerie van VWS dat de aanvraag is afgewezen. De belangrijkste reden voor afwijzing was dat er onvoldoende eenduidigheid is in opleidingsroutes die opleiden tot GZ-Vaktherapeut. Het is daardoor niet mogelijk voor het beroep een opleiding aan te wijzen of te regelen. Nu de opleidingen Creatieve en Kunstzinnige Therapie per 1 september 2018 hun naam hebben veranderd in Vaktherapie, kunnen we overwegen een nieuwe aanvraag Beschermde opleidingstitel Vaktherapeut in te dienen.
Bestuurlijke samenwerking beroepsverenigingen en oprichting FVB
Met de introductie van vaktherapie en de vaktherapeut hebben de toenmalige beroepsverenigingen NVCT en NVPMT vervolgens ingezet op een gezamenlijk registratiesysteem en een profiel voor de vaktherapeutische beroepen. Ook is een mogelijke bestuurlijke samenwerking van de twee verenigingen onderzocht. Basis voor deze samenwerking zijn bedrijfseconomische motieven, de bestuurlijke ‘span of control’, de bestuurlijke organisatie, de gezamenlijke positionering in de markt en het delen van kennis. De twee besturen hebben toen op basis van de adviezen de intentie uitgesproken een federatie te willen vormen. Deze federatie bestaat uit de volgende verenigingen:
- Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische therapie (NVPMT)
en de uit de NVCT ontvlochten:
- Nederlandse Vereniging voor Beeldende therapie (NVBT),
- Nederlandse Vereniging voor Dans- en Bewegingstherapie (NVDAT),
- Nederlandse Vereniging voor Dramatherapie (NVDT) en
- Nederlandse Vereniging voor Muziektherapie (NVMT.
In de AV’s van de verenigingen is ingestemd met dit voornemen. In het voorjaar van 2006 is vervolgens de Federatie Vaktherapeutische Beroepen oftewel FVB opgericht. De primaire functie van de federatie is het behartigen van de belangen van de lidverenigingen en de ontwikkeling van de vaktherapeutische beroepen.
In 2014 is de Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Kindertherapie (NVPMKT) lid geworden van de FVB en in 2017 de Nederlandse Vereniging van Speltherapeuten (NVVS).
Naamsverandering
Terwijl er werd doorgewerkt aan een stevige positie van de vaktherapeut bleef de term ‘vaktherapie’ nog onvoldoende bekend bij cliënten, verwijzers, beleidsmakers, financiers en overige stakeholders. Dit kwam ook doordat de FVB en de beroepsverenigingen een grote diversiteit in uitingen kenden met verschillende logo’s en huisstijlen. Hierdoor waren we minder goed zichtbaar en herkenbaar.
Als FVB zijn we samen met het bestuur en de verenigingen in 2023 begonnen aan een traject om te komen tot een heldere, herkenbare positionering. In verband hiermee is besloten om de naam FVB in 2024 te wijzigen naar Vaktherapie Nederland. Deze naam laat aan beleidsmakers, financiers en andere stakeholders zien waar we voor staan en is herkenbaar. Ook is besloten de de naam van het Register Vaktherapie te veranderen in Kwaliteitsregister Vaktherapie. Zo maken we duidelijker waar het register voor staat.
Zie ook Vaktherapie vaktherapeut FVB Federatie Vaktherapeutische Beroepen CONO geschiedenis Vaktherapie Nederland