Naar een betere verbinding tussen professionals in de jeugdzorg en volwassenen-ggz
02 augustus 2022Veel ouders van kinderen in jeugdhulp en jeugdbescherming hebben psychische problemen. Dat is geen nieuws. Om het kind goed te helpen, is het vaak nodig om ook aan de slag te gaan met de psychische problematiek van de ouder(s). Ook voor volwassenen die al in behandeling zijn in de volwassenen-ggz is het helpend om met hen na te gaan wat zij nodig hebben om hun verschillende rollen, waaronder de ouderrol, goed te vervullen. Dat is niet alleen in het belang van het kind, maar ook van de ouder. Iedere ouder wil immers In de basis dat het goed gaat met zijn of haar kind.
Integrale hulp is bewezen effectief, maar vraagt een goede verbinding tussen het jeugddomein en de volwassenen-ggz. Daar is ook hard aan gewerkt, resulterend in onder meer standaarden en handreikingen, en worden ook in de context van het Toekomstscenario Kind en Gezin nog verdere stappen gezet. Tegelijkertijd is de ervaring dat die samenwerking niet vanzelfsprekend tot stand komt; een gezamenlijke visie op deze samenwerking lijkt te ontbreken. Op verzoek van het ministerie van VWS heeft Andersson Elffers Felix (AEF) daarom in de afgelopen maanden gewerkt aan een door beide domeinen gedeelde visie op samenwerking, en concrete mogelijkheden om daar samen aan te werken. Ze zijn daarvoor in gesprek gegaan met professionals uit zowel de jeugdhulp en jeugdbescherming als de volwassenen-ggz en hebben ook het gesprek tussen deze professionals gefaciliteerd.
Integrale hulp organiseren kan best lastig zijn. Het vraagt samenwerking vanuit verschillende stelsels, die elk een eigen logica kennen. Zo is systemisch kijken vanuit het sociaal domein de norm, terwijl in de Zorgverzekeringswet de focus ligt op het gericht behandelen van het individu: de professional in de volwassenen-ggz wordt in eerste instantie dan ook daarop aangesproken. We merken dat professionals in
de volwassenen-ggz enthousiaster zijn over samenwerking als ze concreet gezien hebben wat dit voor hun cliënt kan betekenen, maar velen hebben een dergelijke ervaring niet. Vanuit het jeugddomein is de wens tot samenwerking sterker, maar bestaan soms onrealistische verwachtingen over wat de volwassenen-ggz kan en hoe dat werkt. Het verschil in perspectief frustreert vaak de samenwerking.
Om de verschillen te overbruggen, heeft AEF in het rapport " Naar een betere verbinging tussen jeugdhulp en volwassenen-ggz" een aantal praktische tips voor professionals opgenomen, met daarbij ook suggesties voor organisaties die met dit thema aan de slag willen. Vanuit de visualisatie van de visie op samenwerking kun je doorklikken op verschillende thema’s. Zo’n plaat (en ook dit document), is uiteraard een simplificering van de werkelijkheid. Zo zijn gezinnen vaak al langer wisselend in zorg (in diverse trajecten en met verschillende zorgverleners), en spelen er ook veel andere thema’s: denk bijvoorbeeld aan onderwijs, werk en inkomen, schulden. Daarnaast beslaan beide domeinen een breed spectrum aan hulpverlening. Zo zijn er binnen de jeugdzorg niet alleen verschillen tussen verschillende vormen van jeugdhulp (zoals jeugd-ggz, jeugden opvoedhulp jeugdhulp voor kinderen met een lvb en jeugdhulp vanuit het wijkteam), maar ook jeugdbescherming en jeugdreclassering. De tips zijn dan ook geen kant-en-klaar recept voor goede samen- werking, maar wel ingrediënten die gebruikt kunnen worden om samenwerking tussen domeinen van de grond te krijgen of te verbeteren.