Opname GZ-vaktherapeut in Wet BIG: reactie FVB op afwijzing

In 2015 hebben we als FVB een aanvraag ingediend voor opname van het beroep GZ-vaktherapeut in artikel 34 van de wet BIG (beschermde opleidingstitel). Helaas hebben we begin 2016 bericht ontvangen van het Ministerie van VWS dat deze aanvraag is afgewezen. 

 

De belangrijkste reden is dat er onvoldoende eenduidigheid is in opleidingsroutes die opleiden tot GZ-vaktherapeut: "Omdat er geen sprake is van een specifieke opleiding GZ-vaktherapeut, is het dus ook niet mogelijk voor dat beroep een opleiding aan te wijzen of te regelen." Verder is het ministerie van mening dat er geen noodzaak is om het beroep te reguleren ter bescherming van de patiënt. In het kader van verzekerbare zorg werkt de vaktherapeut onder eindverantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde hoofdbehandelaar. Voor de vrijgevestigde vaktherapeuten heeft de FVB het Register Vaktherapie. Hiermee wordt de deskundigheid en professionaliteit van de beroepsgroep in voldoende mate bewaakt en bevorderd. Bovendien twijfelt het ministerie aan het feit dat de beroepsuitoefening gericht is op de individuele gezondheidszorg, dus rechtstreeks gericht op een persoon en met als doel de gezondheid van die persoon te bevorderen of te bewaken. Hiermee lijkt een voorlopig einde gekomen aan een jarenlange lobby en veel correspondentie met het ministerie.

 

Het antwoord is niet bevredigend, maar geeft wel richting aan de koers die we nu dienen te varen. In het Algemeen Bestuur van de FVB is met de voorzitters van de verenigingen gesproken over hoe met deze afwijzing om te gaan. De verwachting was dat een officieel verweer niet zal leiden tot een heroverweging door het ministerie. Er is immers geen eenduidige opleidingsroute, al leiden de opleidingen wel vanuit eenduidigheid op (Landelijk Domeinprofiel Vaktherapeutische Beroepen) en hebben we het beroepscompetentieprofiel GZ-vaktherapeut. Wel hebben we een reactie opgesteld richting het ministerie waarin we nog een keer uiteenzetten waarom vaktherapie gezien dient te worden als beroep gericht op de individuele gezondheidszorg en waarom bescherming van de consument/patiënt noodzakelijk is. Deze brief kun je hier vinden.