Generieke module Vaktherapie

Generieke module Vaktherapie

Met de Generieke module Vaktherapie komt niet alleen informatie beschikbaar voor cliënten en hun naasten, maar ook voor zorgprofessionals en inkopers van vaktherapie. Zo kunnen we onduidelijkheden rondom vaktherapie ophelderen. Vaak is niet duidelijk welke interventies er precies onder vaktherapie vallen en bij welke stoornis of klacht deze worden toegepast. Ook kunnen de te verwachten resultaten en de vergoedingsmogelijkheden van vaktherapie onduidelijk zijn. Alle informatie over vaktherapie komt voor iedereen beschikbaar met deze Generieke Module Vaktherapie. De Generieke Module Vaktherapie is een belangrijke bouwsteen die kan worden ingevoerd in diverse zorgstandaarden voor psychische stoornissen. Wil je meer lezen over de totstandkoming en de achtergrond van de Generieke module Vaktherapie, lees dan de artikelen die eerder in het Tijdschrift voor vaktherapie zijn verschenen over de module.

De Generieke module Vaktherapie in het kort

Ggz-kwaliteitsstandaarden

In 2013 is het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGZ opgericht dat sinds 2019 onder de naam AKWA GGZ bekend staat. In dit netwerk werken cliënten, zorgprofessionals, aanbieders van zorg en zorgverzekeraars samen voor goede, toegankelijke en betaalbare geestelijke gezondheidszorg. De afgelopen jaren zijn nieuwe kwaliteitsstandaarden ontwikkeld, waarvan de Generieke module Vaktherapie een voorbeeld is. Deze is bedoeld voor cliënten, professionals en inkopers. De Generieke module Vaktherapie beschijft voor welke doelgroepen vaktherapie kan worden ingezet, welke problemen vaktherapeuten behandelen, hoe zij dit doen en welke resultaten men mag verwachten.

Vaktherapie: doen, ervaren, effect

Vaktherapie is een behandelvorm voor mensen van alle leeftijden met psychosociale en psychiatrische problematiek. Vaktherapeuten maken methodisch gebruik van een handelings- en ervaringsgerichte werkwijze. Onder vaktherapie vallen beeldende therapie, dans- en bewegingstherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie, psychomotorische kindertherapie en speltherapie.
Behalve in de ggz wordt vaktherapie ook ingezet in de verslavingszorg, de forensische psychiatrie, de zorg voor verstandelijk gehandicapten, de jeugdzorg, het speciaal onderwijs, de revalidatie, de psychogeriatrie, de verpleeghuiszorg, de hulpverlening aan vluchtelingen, de ziekenhuiszorg, het welzijnswerk en de palliatieve zorg.

Met je handen in de klei om weer te durven voelen, achter een bal aan rennen om inactiviteit te doorbreken, dansen met je kind om contact te herstellen of achter een drumstel plaatsnemen om jezelf eens goed te laten horen. Dit zijn voorbeelden van handelingsgerichte interventies die aansluiten bij de zorgvragen van patiënten. Een handelingsgerichte aanpak maakt ervaringsgericht leren mogelijk, waarbij denken, voelen en handelen betrokken zijn. Vaak is het effect van het doen en ervaren direct merkbaar. Door vervolgens op de ervaringen te reflecteren en onder woorden te brengen kan het effect verbreed worden naar het dagelijks leven. De effecten van vaktherapie zijn afname van klachten en het verbeteren van welbevinden.

Zorgproces en patiëntenperspectief

Het zorgproces kan opgedeeld worden in vier etappes. Bij de beantwoording van de vragen gaat het om het vinden van een gezamenlijke visie tussen cliënt en therapeut:

  1. Wat is je probleem en hoe is het zo gekomen? (diagnose, kracht en kwetsbaarheid)
  2. Wat wil je bereiken en wat pakken we aan? (doelstelling)
  3. Wat gaan we doen en wat is het resultaat? (indicatie en behandeling)
  4. Wat is ons oordeel en hoe gaan we verder? (evaluatie)

Vanuit het cliëntenperspectief heeft MIND Landelijk Platform Psychische Gezondheid het begrip ‘kwaliteit van zorg’ uitgewerkt. De focus moet zijn gericht op het bevorderen van de kwaliteit van leven van de cliënt en het herstellen van diens veerkracht en vitaliteit op basis van de wensen en behoeften van de cliënt. Zelfmanagement en zelfredzaamheid dienen centraal te staan, net zoals het persoonlijk verhaal van de cliënt. Daarnaast betekent ‘kwaliteit van zorg’ dat het tempo van het herstelproces van de cliënt wordt gevolgd.

Herstel en vaktherapie

In de ggz wordt ‘herstel’ vertaald naar vier domeinen die niet los van elkaar kunnen worden gezien:

  • klinisch herstel (afname van de symptomen, genezing),
  • functioneel herstel (revalidatie),
  • maatschappelijk herstel (participatie) en
  • persoonlijk herstel (betekenis geven aan wat is gebeurd, nieuwe doelen formuleren, op zoek gaan naar een nieuwe identiteit, hoop op verandering en de motivatie om daar voor te gaan).

Vaktherapie kan op alle domeinen van betekenis zijn en hanteert daarom zowel een klacht- als een persoonsgerichte benadering.

Stoornisgerichte en stoornisoverstijgende aanpak

De aanpak van psychosociale of psychiatrische problematiek kan gericht zijn op klachten en symptomen die specifiek bij een stoornis passen. Deze zijn omschreven in de DSM-5, het classificatiesysteem dat in de ggz gangbaar is. Zo’n stoornisspecifieke aanpak is te vinden in de zorgstandaarden. In een generieke module daarentegen wordt een behandelaanpak beschreven die gericht is op stoornisoverstijgende zorgvragen. Sommige problemen komen nu eenmaal bij diverse stoornissen voor. Denk bijvoorbeeld aan problemen op het gebied van emotieregulatie, omgaan met anderen, agressieregulatie, het vinden van een balans tussen inspanning en ontspanning, omgaan met verlies en problemen op het gebied van executieve functies, arousal en de waarneming. De aanpak van vaktherapeuten is altijd gericht op de zorgvraag van de cliënt. Vaktherapie wordt toegepast bij zowel stoornisspecifieke als stoornisoverstijgende zorgvragen. Samen met de cliënt onderzoekt de vaktherapeut de best mogelijke aanpak.

Disciplinevertegenwoordigers

Muziektherapie: Patric Driessen
Beeldende therapie: Laura Zwinkels
Psychomotorische therapie: Maarten Roovers
Speltherapie: Lenette Raaijmakers
Dans- en Bewegingstherapie: Maartje Jaspers
Psychomotorische kindertherapie: Proudy Toxopeus
Dramatherapie: Esther Huijbers
Projectleider GMVT: Victor Boldewijn (projectleiderGMVT@vaktherapie.nl)

Op 26 januari 2022 heeft de projectgroep een online sessie georganiseerd over de Generieke module Vaktherapie. In deze online sessie presenteren Annemarie Abbing, Maartje Jaspers en Patric Driessen de ontwikkelingen rondom de Generieke module Vaktherapie. Voor Vaktherapie Nederland leden is deze sessie hier terug te kijken (Vergeet niet in te loggen!).

Handige documenten
Verschenen artikelen in het Tijdschrift voor vaktherapie

Zie ook  GMVT generieke module Generieke Module Vaktherapie