FVB kritisch over de uitwerking van het zorgprestatiemodel

19 oktober 2020

Alles wijst erop dat de Diagnose Behandel Combinatie (DBC) per 1 januari 2022 verleden tijd is voor de ggz en de forensische zorg. Als FVB hebben we ons vanaf het begin van het traject achter de doelstellingen van het zorgprestatiemodel geschaard: minder administratieve lasten, eenvoud in de administratie en meer inzicht voor de cliënt. We hopen dat deze uitgangspunten bij de uitwerking van het zorgprestatiemodel gehandhaafd blijven. 

Op één punt zijn wij het als FVB niet eens met de uitwerking van het zorgprestatiemodel. Nu wordt voorgesteld de prestatie vaktherapie op te nemen in de verblijfscomponent (bij klinische opname) en aparte registratie in het kader van behandeling te laten vervallen. We zijn tot nu toe nog onvoldoende betrokken bij de afwegingen om vaktherapie op te nemen in de verblfijfscomponent. Eerdere betrokkenheid van ons als FVB had wellicht tot betere afwegingen geleid. Deze boodschap hebben we inmiddels overgebracht aan de Tweede Kamer, het ministerie van VWS en de NZa.

Al sinds 2015 werken de Nederlandse Zorgautoriteit en betrokken brancheverenigingen aan een alternatief voor het DBC. In zijn simpelste vorm worden er in het zorgprestatiemodel alleen nog consulten, verblijf en enkele ‘overige prestaties’ gedeclareerd. Indirecte tijd is al verrekend in de consultprijs en hoeft dus niet meer apart gedeclareerd te worden. De NZa hoopt hiermee de administratie te verminderen en het directe patiëntcontact te stimuleren. Wel moeten de verrichtingen meer gespecificeerd worden. Zo speelt de duur van het consult een belangrijke rol, grotendeels in ‘vanaf’ tijdseenheden van een kwartier. Ook het beroep van de hulpverlener is van belang. Op dit moment zijn er zeven beroepsgroepen die gedeclareerd kunnen worden, plus een categorie ‘overige’. Die laatste categorie wordt nog uitgewerkt, er staan twintig beroepen op de nominatie. In de nieuwe bekostiging wordt de zorg in de ggz en forensische zorg van een tarief voorzien dat past bij de manier waarop de zorg wordt geleverd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar ‘setting’: in grote lijnen de plaats waar de zorg geleverd wordt en waar een bepaalde combinatie van infrastructuur, disciplines of methodieken voorhanden is. Settings zijn bijvoorbeeld outreachend, hoog-specialistisch en ambulant. Daarnaast zal meer gedifferentieerd worden in de vergoeding van de zorgvraag: ingewikkelde en langdurige behandelingen krijgen hogere NZa-tarieven en eenvoudige kortdurende behandelingen lagere. 

 

Meer weten over het zorgprestateimodel? Kijk dan op www.zorgprestatiemodel.nl.

Zie ook  DBC zorgprestatiemodel